Spiegeldikkopje
Heteropterus morpheus Spiegelfleck Dickkopf Le Miroir
Familie: Dikkopjes



Spiegeldikkopje Heteropterus morpheus Spiegelfleck Dickkopf Le Miroir Spiegeldikkopje Heteropterus morpheus Spiegelfleck Dickkopf Le Miroir
Spiegeldikkopje bovenkant                                                                       Spiegeldikkopje onderkant

Het Spiegeldikkopje (Heteropterus morpheus) is een klein dagvlindertje uit de familie der Dikkopjes (Hesperiidae). De bovenvleugel is donkerbruin met in de vleugelpunt twee kleine gele vlekjes, op de onderzijde van de vleugels staan op een gele ondergrond enkele opvallende witte vlekken met een bruine rand. Aan de opvallende vlekken op de onderzijde dankt het dier ook zijn Nederlandse naam. De vlinders zijn vrij klein met een gemiddelde vleugellengte van 15 tot 18 millimeter, hetgeen neerkomt op een spanwijdte van 30 tot 35 millimeter. De voelsprieten zijn geel-zwart gestreept. Heel typisch voor de soort is de huppelende manier van vliegen.
Het Spiegeldikkopje kent één generatie per jaar. De vliegtijd loopt van juni tot augustus, afhankelijk van de hoogte en het gebied. In de Peel worden de diertjes doorgaans in de maand juli waargenomen.
Het Spiegeldikkopje komt voor in vochtige biotopen met name vochtige ruige weilanden en moerassen, langs de randen van hoogvenen, langs de oevers van beken en op open plekken in bossen. De verspreiding in Europa bestaat uit enkele geïsoleerde voorkomens. Deze zijn te vinden in Noord-Spanje van Oviedo tot San Sebastian. In Frankrijk in het westen van de Atlantische Pyreneeën tot Bretagne en Somme, verder in het zuiden van Zweden, in Midden-en Oost-Letland, in het oosten van Polen, in Noordoost-Duitsland, in het oosten van Tsjechië, van het oosten van Oostenrijk tot de noordelijke Balkan, in Noord-Italië, in Zuidoost-Bulgarije en in Europees Turkije. Vaak gaat het om kleine populaties. De soort komt voor tussen zeeniveau en 1000 meter.
In Nederland komt het Spiegeldikkopje voor in de omgeving van Weert, waarbij ook het aangrenzende Belgische stuk wordt gekoloniseerd. In Limburg is het Spiegeldikkopje vrij zeldzaam. De soort wordt hoofdzakelijk in het Zuidelijke Peelgebied gezien. De vlinder is hier plaatselijk talrijk, maar het aantal vliegterreinen is beperkt. Kerngebieden zijn de Groote Peel en de Zoom (Nederweert) en het Weerterbos. Momenteel vormen hoogveenrestanten verreweg het belangrijkste biotoop in Limburg. Hoogstwaarschijnlijk dankt het Spiegeldikkopje haar sterke toename in Limburg in deze eeuw aan de teloorgang van de hoogvenen. De waardplant Pijpenstrootje (Molinia caerulea) is door de hoogveenaftakeling niet alleen sterk toegenomen, maar waarschijnlijk ook kwalitatief geschikter geworden als waardplant voor de rupsen. De eitjes worden alleen of in kleine groepjes afgezet op de bladeren van grassen zoals Pijpenstrootje (Molinia caerulea) of Hennagras (Calamagrostis canescens). De rupsen zijn groen en hebben een bruin-geel gestreepte kop. Overdag leven ze in een samengevouwen grassprietje dat later wordt samengesponnen tot een tuitje van gras. ’s Nachts verlaten ze hun schuilplaats om op zoek te gaan naar voedsel. De rups overwintert ook in een grastuitje. Voor de verpopping wordt dit nog verstevigd en spint de rups zich eraan vast. Ze vormt dan een smalle gordelpop met een lichtgroene kleur.